VERENIGING VOOR VLAAMSE EN NEDERLANDSE CULTUUR

Všechny články

Lenka Strnadová

Paradisi Porte, 16 juli 2024



De opening van de 25e jaargang van het Zomerfestival van oude muziek (Letní slavnosti staré hudby) ging dit jaar gepaard met onvergetelijke belevenissen. In de prachtige ruimte van de Onze Lieve Vrouwekerk bij het Emmaüsklooster klonk muziek uit de laatste jaren van de 15e eeuw van een bovenaardse schoonheid. De musici van het Vlaamse ensemble Oltremontano Antwerpen onder leiding van Wim Becu traden samen op met de Tsjechische vocale groep Tiburtina Ensemble geleid door Barbora Kabátková. Dit unieke muziekproject kreeg de naam Paradisi porte – Engelenconcert van Hans Memling mee. Behalve de transcendentale belevenis van de meesterlijk uitgevoerde, prachtige muziek die als het ware de poorten van het paradijs opende voor het publiek, was er dit keer echter nog veel meer te beleven. Ter verduidelijking moeten we ruim 500 jaar terug in de tijd.

Het project dat tot de productie van deze muziek uit eind 15e eeuw leidde, werd geïnspireerd door de altaartriptiek Christus met zingende en musicerende engelen van Hans Memling, een Vlaamse schilder van Duitse oorsprong.

Hans Memling maakte dit schilderij in 1490 in opdracht van de eeuwenoude abdij Santa María la Real in het Noord-Spaanse stadje Nájera in de regio La Riola, dat op de route van de beroemde bedevaart naar Santiago de Compostela ligt. Het klooster werd oorspronkelijk beheerd door de monnikenorde van de cluniacenzer, maar werd in de 15e eeuw onder pauselijk gezag geplaatst en in diezelfde tijd grondig gerenoveerd. Het is zeer goed mogelijk dat de triptiek van Memling in verband met deze veranderingen werd aangekocht. De triptiek vormde het onderste gedeelte van het altaar in de kloosterkerk en is tevens het enige deel van het monumentale altaarwerk van Memling dat bewaard is gebleven. In de 19e eeuw keerden de drie altaarpanelen met Christus omringd door musicerende engelen terug naar de plaats waar ze eind 15e eeuw werden vervaardigd. Het werk werd  aangekocht door het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen en in het eerste decennium van de 21e eeuw grondig gerestaureerd.

Ook de musicus Wim Becu, artistiek leider van het ensemble Oltremontano Antwerpen, werd bij de restauratiewerkzaamheden betrokken. Hij was zeer onder de indruk van Memlings getrouwe en gedetailleerde weergave van de historische instrumenten die tijdens het leven van de schilder in gebruik waren. Ook was de formatie van het muziekensemble, in dit geval de musicerende engelen, zeer informatief. Dat probeer ik hieronder nader toe te lichten.

De musicerende engelen staan op Memlings schilderij symmetrisch aan beide zijden van Jezus, de centrale figuur, die een koninklijk rood gewaad draagt, een kroon op zijn hoofd heeft en in zijn hand een kruis boven een glazen bol vasthoudt. Aan Jezus’ rechter- en linkerhand staat eerst een drietal zingende engelen die gezangboeken vasthouden en zich volledig op hun zang concentreren. Naast hen staat aan iedere kant een drietal musicerende engelen met blaasinstrumenten. Het betreft hier een laatmiddeleeuwse formatie van het type ‘alta capella’. De beide rijen musicerende engelen worden afgesloten door een drietal engelen met snaarinstrumenten, die de oudere formatie ‘bassa capella’ vertegenwoordigen. Wat de muziekinstrumenten betreft, zien we naast de bekende luit en harp een heel palet van unieke en grotendeels vergeten middeleeuwse muziekinstrumenten. De blaasinstrumenten zijn zogeheten ‘luide’ instrumenten, met een schalmei, claretta, busina en trompette de ménestrels. De afgebeelde ‘stille’ muziekinstrumenten zijn een psalterium, luit, harp, portatief, vedel en nonnengiga (tromba marina).

De initiatiefnemer van het project, Wim Becu, voerde samen met de restauratoren een gedetailleerde analyse van Memlings afbeelding van de muziekinstrumenten uit en verdiepte zich bovendien in de toenmalige literatuur. Ook moest worden uitgezocht hoe sommige instrumenten gestemd en bespeeld werden. In zijn voorwoord bij het concertprogramma vermeldt Becu twee naslagwerken die bij de reconstructie een belangrijke rol hebben gespeeld – De inventione et usu musicae (ca. 1435-1511) van Johannes Tinctoris en Manuscript (ca. 1400-1466) van Arnout van Zwolle. De replica’s van de snaarinstrumenten die tijdens het Praagse concert werden bespeeld, werden vervaardigd onder de leiding van verschillende deskundigen. Docent luitspel Dirk De Hertogh van het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw in het Belgische Puurs verdient lof voor het maken van de snaarinstrumenten, terwijl de bouw van het portatief (het draagbare pijporgeltje) de verdienste van Stijn Dekoninck is. De trompetten werden vervaardigd door Geert Jan van der Heide en de schalmei is het werk van Eric Moulder. Op die prachtige avond in juli kreeg het publiek voor aanvang van het concert de gelegenheid om kennis met deze nieuwgemaakte middeleeuwse instrumenten te maken en vervolgens de musici te bewonderen die er hemelse muziek op speelden.

De rol van de zingende engelen werd vervuld door de uitmuntende vertolksters van oude muziek van het Tiburtina Ensemble, dat gespecialiseerd is in Gregoriaanse zang, middeleeuwse polyfonie en historische muziek. Tijdens het concert werden zowel meerstemmige composities als stukken voor één stem uitgevoerd, vooral van componisten uit Brugge uit de 15e eeuw, dus ongeveer uit de tijd van Memling, waaronder Guillaume Dufay (1397-1474), John Dunstaple (1390-1453), Gilles Binchois (1400-1460) en Jacob Obrecht (1457/1458-1505). Naast vocale muziekstukken met instrumentale begeleiding werden ook puur instrumentale composities ten gehore gebracht, zoals Chanson: Den haghel ende die calde snee van Obrecht en het meesterlijk uitgevoerde Danse de Cleves van een anonieme auteur uit de 15e eeuw. Het laatste stuk werd ter afsluiting van het concert naar aanleiding van de lange ovaties van het publiek nogmaals gespeeld als toegift.

Paradisi porte per te nobis aperte sunt

Quae hodie gloriosa cum angelis triumphas

 

Tiburtina Ensemble

Barbora Kabátková – sopraan, artistiek leider

Ivana Bilej Brouková, Tereza Böhmová – sopraan

Daniela Čermáková, Anna Chadimová Hlavlíková – alt

Hana Blažíková – sopraan, gotische harp

Vojtěch Jakl – vedel, nonnengiga (tromba marina)

Kristýna Kosíková – portatief

Oltremontano Antwerpen

Wim Becu – busina, trompette des ménestrels, artistiek leider

Anna-Liisa Eller – kannel, psalterium

Paul Kieffer – luit

Elisabeth Schollaert – schalmei

Raphaël Robyns – claretta, trompette des ménestrels

 

Het concert werd financieel gesteund door de Vlaamse regering.

 

Onze partners